Kerstmis

Kerstmis

Als ik aan kerstmis denk dan denk ik vaak terug aan mijn kindertijd. Het versieren van de kerstboom, de kerstplaten en later de cd’s, die overuren draaiden en het lekkere eten van mijn moeder. Maar ook het zingen op kerstavond bij het kinderkoor en later bij het jongerenkoor. Wat was het een gezellige, warme tijd. De kerk was als een soort tweede thuis voor mij.

Helaas is ‘onze kerk’ in 2012 gesloten en niet veel jaren later ook gesloopt. Het is nog steeds een gemis voor het dorpsgezicht van Berlicum. Het was tevens een baken voor mij. Tijdens de barre en koude fietstochten uit school zag ik in de verte de bekende toren boven alles uitsteken. Nog even doortrappen en ik was weer thuis. Nu, jaren na dit ‘afscheid’, staan er gloednieuwe appartementen in de eens zo mooie tuin van onze pastoor. Voor deze bewoners is dit nu hun thuis, hun ‘baken’.

Sinds het overlijden van mijn schoonvader kom ik vaker bij de Mariakapel, die verscholen in het groen vlakbij de ondertussen verdwenen kerk staat. Ik steek daar een kaarsje op bij het beeld van Maria. Het is een mooie plek om even je gedachten te verzetten en tot rust te komen. Deze kapel spreekt tot mijn verbeelding.

Als verteller ben ik op zoek gegaan naar een kerstverhaal dat de nostalgie bij me naar boven haalt en me ontroert. In het verhaal ‘De klokkenmaker’, geschreven door Ruth Sawyer, heb ik beide ingrediënten gevonden. Wat een Mariabeeld met kind allemaal teweeg brengt, lees je hieronder…

Stukje uit De Klokkenmaker

Nu was het, lang geleden, de gewoonte, dat de mensen die in de stad woonden op Kerstmis geschenken naar de kathedraal brachten en die voor Maria en het Kind neerlegden. De mensen spaarden het hele jaar door, zodat ze met Kerstmis iets bijzonder moois konden kopen. En men beweerde dat, als iemand iets bracht dat het Christuskind mooier vond dan welke gave ook, Hij zich op Maria’s arm naar voren boog om het aan te pakken.

De mensen die geen geschenken konden geven gingen toch op kerstavond naar de kerk en keken naar de geschenken van anderen, luisterden naar de liederen en bewonderden de brandende kaarsen. De kleine klokkenmaker was één van hen. Vaak hield iemand hem tegen en vroeg dan: “Hoe komt het toch, dat jij nooit een geschenk brengt?” Eens vroeg de bisschop zelf: “Waar is jouw geschenk voor het Kind? Mensen die armer zijn dan jij hebben wel iets gebracht.” En Hermann Joseph had gezegd: “Wacht maar, dan zult u eens wat zien, eens zal ik ook een gave brengen.” De waarheid was, dat de kleine klokkenmaker het hele jaar door alles weggaf en er met Kerstmis nooit iets over was.

Vredig en mooi was de kathedraal op die bewuste kerstavond, toen de klokkenmaker binnenkwam! Duizenden kaarsen brandden en overal was de zachte, zoete geur van dennengroen. Hij liep langzaam over het donkere middenpad, terwijl hij…

Hoe het verhaal verder afloopt kun je lezen via deze link. Veel leesplezier.